Meisje. Het ligt voor de hand om een portret in de zon te maken, maar juist in de schaduw komen gezichten veel beter uit.
Op reis met het oog van de fotograaf
"Kijken met het oog van een fotograaf"
Een stedentripje naar Berlijn, een midweek Ardennen, een weekend Texel. Aangewakkerd door het heerlijke weer van april boeken veel mensen een extra reisje. Natuurlijk gaat de camera mee en wordt alles zo mooi mogelijk vastgelegd.
Het uiteindelijke album wordt vol trots aan de achterblijvers getoond. Iemand wijst naar een prachtig plaatje; “heb jìj die gemaakt?” “Nee, dat is een ansichtkaart.”
Vrijetijdsfotografen
Een amateur kan echter ook positief antwoorden op de vraag van de thuisblijver. “Heb jìj die gemaakt?” is ook de titel van een boek over reisfotografie, geschreven door Martin van Lokven. Hij stoft de stelling weer eens af dat door te leren kijken met het oog van een fotograaf ook vrijetijdsfotografen prachtige platen kunnen schieten.
Op reis liggen de mooiste foto's vaak zo voor het oprapen. Maar dan moeten je ze wel herkennen en weten hoe ze het beste en mooiste gekiekt kunnen worden.
Details
Details zijn heel belangrijk voor een goede foto en dat is juist waar veel winst te behalen is voor foto-amateurs. Het onderwerp goed en scherp afbeelden lukt wel, maar er staat vaak zoveel meer op wat eigenlijk niet meegekiekt moest worden. Door wat meer in te zoomen is de kans hierop al kleiner.
Maar er kan ook te weinig meegenomen worden in het plaatje, aldus de schrijver; een foto van een weg die prachtig door het landschap kronkelt is eigenlijk niet ‘af’ als er geen auto op rijdt.
Een foto van een landschap met ochtendnevel kan ook enorm aan zeggingskracht winnen door te wachten tot een eenzame fietser het beeld infietst.
Rode beeldelementen
Het valt op dat de foto’s in het boek (frequente lezers van de bladen “Kampioen” en “Reizen” zullen hier en daar een plaat herkennen; de auteur publiceert veel in die bladen) vaak rode beelelementen hebben; een wandelaar met een rode jas, een rode koepeltent op een grasveld, een rode auto. Rood is een signaalkleur en trekt daarom de aandacht. Door de compositie goed te kiezen wordt de blik van de kijker hierdoor het beeld ingeleid.
Pluis
Wees in een stad niet te bang voor mensen op de foto. Er zijn genoeg toeristen die met de camera in de aanslag voor een standbeeld (on-)geduldig blijven wachten tot de meeste mensen weg zijn en dan pas knippen. Maar wat is een stad zonder mensen? Ze horen er juist en daarom mogen ze ook best gekiekt worden, ze maken een plaatje levendig.
Mensen fotograferen
Op de foto’s van de auteur spelen mensen een grote rol. Of het nou gaat om cultuur- of natuuronderwerpen, ze worden vaak meegenomen in de compositie. Een scooterbestuurder die net het beeld inrijdt, een ijs-etend stelletje in een hoekje; ze maken de plaatjes ‘gezellig’.
Scheef houden
Een scheefstaand gebouw is over het algemeen niet pluis, tenzij het om te toren van Pisa gaat. Maar keurig in het gelid staande gebouwen leveren saaie plaatjes op, hoe mooi en oud ze ook zijn. Durf de camera daarom eens scheef te houden! Vul de loze ruimte naast een kerktoren of standbeeld met een lantaarnpaal, boom of ander gebouw. Lukt dat niet, dan is er bijna altijd wel een leuk doorkijkje te vinden waardoor de plaat een omlijsting krijgt.
Telefoonfotografen
Een goede voorbereiding is het halve werk en daarom begint de auteur daar ook mee, gevolgd door wat technische aspecten van het -digitaal- fotograferen. Dure camera’s zijn zeker geen absolute voorwaarde om goede foto’s te maken.
Steeds meer mobiele telefoons krijgen een beeldchip mee. Omdat de resolutie van de apparaatjes steeds hoger wordt gaan ze voorzichtig in de richting van de eenvoudige compactcamera’s. Hier en daar houdt de schrijver dan ook rekening met telefoonfotografen.
Belichting en compositie
In hoofdstuk 2 passeren algemene onderwerpen zoals belichting, compositie en flitsen de revue. Soms lijkt de schrijver hier wat door te slaan in zijn drang om zaken zo eenvoudig mogelijk uit te leggen. Wat generalisaties worden daarbij niet geschuwd; voor het schieten in RAW-formaat zou bijvoorbeeld een spiegelreflexcamera nodig zijn, terwijl er genoeg compacts zijn die ook die mogelijkheid bieden.
Vogels
Veel vakantiefoto’s worden op zonnige zomerdagen gemaakt. Dit levert meestal fletse platen met harde schaduwen op. Van Lokven raadt daarom aan ook eens vroeg of juist aan het einde van de dag er op uit te trekken; het licht is dan veel zachter. Een lichte sluierbewolking levert vaak ook al genoeg filtering op.
Blauwe uurtje
Echt vroege -of juist late- vogels moeten eens gebruik proberen te maken van het zogenaamde ‘blauwe uurtje’; een tijdje voor zonsopgang -of na de ondergang- vallen er nog nauwelijks kleuren te onderscheiden. Film en beeldsensor leggen alles dan in prachtige, diepblauwe tinten vast.
Bewerken van foto’s
Nadat de lezer is bijgepraat is op het technische vlak gaat de schrijver in op veel voorkomende fotografische thema’s onderweg. Hij geeft duidelijke recepten hoe bijvoorbeeld een kerk of standbeeld zo mooi mogelijk gekiekt kan worden.
Het boekwerk besluit met het beschrijven van handelingen na thuiskomst zoals het nabewerken van foto’s en het maken van een (digitaal) album. De auteur zet dus een compleet verhaal neer; het bevat het hele traject van de reisfotografie.
Naslagwerk
Het boek leest uiterst gemakkelijk door de eenvoudige, ruim opgezette tekst, korte paragraafjes -meestal niet meer dan 10 regels- en de vele illustraties. Doordat het een goede inhoudsopgave heeft is het prima te gebruiken als naslagwerk.
Opleiding fotografie
Heb je zin gekregen in fotograferen? Wellicht is dan de opleiding tot fotograaf iets voor je. Lees er alles over op deze site!
Heb jìj die gemaakt?
Dit artikel is geschreven n.a.v. “Heb jìj die gemaakt?”, door ANWB/Martin van Lokven; uitg. Janneke Verdonk; ISBN 978 90180 2567 0; 144 blz.; € 9,95 (exclusief voor ANWB-leden, verkrijgbaar via ANWB-winkels en www.anwb.nl).