Corrigeren in Picasa
De letter C is nog niet afgehandeld, want corrigeren is een hoofdthema in het beheer van je fotoverzameling.
Als je dat niet doet, heb je gewoon een rommelige verzameling, tenzij je zo’n geniale fotograaf bent dat elke opname meteen perfect uit je camera rolt.
Bij corrigeren moet je niet denken aan allerlei ingewikkelde trucs – die heten in slecht Nederlands “fotoshoppen” of “pimpen”. Als het je alleen daarom gaat, kun je beter 100 euro besteden aan Paintshop of 1000 euro aan Photoshop.
Basiscorrecties
Een “goede foto” is het resultaat van een subtiele combinatie van techniek en visie en vaak wat geluk. Desondanks zal er vaak toch iets aan die foto mankeren en dat moet je leren zien en je ook bewust zijn dat je daar met een paar simpele handelingen wat aan kunt doen.
Het gaat dan bijna altijd om 3 simpele basiscorrecties en altijd dezelfde volgorde: bijdraaien, bijsnijden en bijlichten en als je een behoorlijke camera hebt en redelijk goed fotografeert, gaat het meestal om kleine correcties. Maar zelfs die zijn al de moeite waard.
Opmerking: dat wil niet zeggen dat er soms geen andere correcties nodig zijn, zoals het bijwerken van rode flitsogen of van een storend vlekje (doe dat altijd eerst) en misschien een lichte verscherping en een beetje tint in de lucht (doe dat altijd op het laatst).
Het gaat er namelijk om dat de inhoud van je (jaar)mappen er gewoon goed uitziet en dat betekent dus ook dat mislukte of slechte of de minst goede van een serie meteen verwijderd moeten worden – soms al in je camera, maar meestal direct na het overzetten en bekijken van je nieuwe foto's op een groot scherm, want dan kun je ze eigenlijk pas goed beoordelen.
Daarom nu een eenvoudig voorbeeld, genomen in de oude binnenstad van Vlissingen:
Dit is een foto die iedereen kan maken, maar ik had het geluk dat ik op die namiddag in december even op het dakterras van het Lampsiushuis stond met warm strijklicht op de oude daken en een mooie nuancering in de lucht.
Opmerking: de foto is gemaakt met een oude 5 megapixel camera (2608x1952 pixels) met de zoomlens op 10,6 mm (kleinbeeld 52mm), diafragma 4,1, sluitertijd 1/166 en ISO 100.
Maar er zijn op z’n minst ook twee bijna onvermijdelijke fouten: alles staat scheef en in de voorgrond is er ook een storende dakrand (beide problemen zullen mij bij het maken van die foto niet of nauwelijks zijn opgevallen, vooral omdat ik snel moest werken, want het was daar ijzig koud).
Daarom open ik die foto in het bewerkingsvenster van Picasa door 2x op het miniatuur te klikken en dan zie je dit venster:
Links zijn er drie over elkaar liggende paneeltjes waarvan het bovenste de meest gebruikte Basisbew(erkingen) bevat en dat zijn recht maken, bijsnijden en licht invullen.
Opmerking 1: bijsnijden is de belangrijkste correctie, maar die mag je pas na recht maken toepassen. Als recht maken niet nodig is (of geen zin heeft omdat de foto bewust scheef is genomen), kun je meteen met bijsnijden beginnen - zelfs al gaat het maar om een flintertje!
Opmerking 2: in Picasa 3.8 is er een knop voor de on-line fotobewerker Picnik in het linker paneeltje verzeild geraakt die daar niet had mogen komen. Gebruik van deze knop voor de hier bedoelde basiscorrecties zou een onhandige en tijdrovende omweg zijn, maar voor reeds op Picasaweb geplaatste maar nog onbewerkte foto’s, kan dat wel een oplossing zijn. Zie Picnik via Picasa voor meer informatie.
Recht maken
Ik kies dus eerst Recht maken en dan verschijnt er een handig hulpraster en kan ik met het schuifje onderaan het flatgebouw in het midden nauwkeurig verticaal zetten:
Na een klik op
Apply (in
Picasa 3.6 eindelijk vertaald in
Toepassen) kies ik meteen
Bijsnijden en dan moet ik wel opletten dat ik ook
Handm(atig) kies en niet per ongeluk één van de voorgeprogrammeerde maten of verhoudingen. Dat is belangrijk, want je moet altijd vrij zijn om de foto optimaal tot zijn recht te laten komen (zie
Bijsnijden als het voor speciale toepassingen toch anders moet).
Bijsnijden
Picasa doet dan drie voorstellen, maar klik maar meteen op het rechter plaatje want dan verschijnt er een ruim snijkader op de foto dat je meestal maar weinig hoeft bij te stellen en dat is hieronder al gedaan door met de muis de zijden van de rechthoek te verslepen:
Wat je daarbij gaat doen is bijna altijd te beredeneren en maar zelden een kwestie van smaak. En het is vaak millimeterwerk, maar dat is geen probleem want de foto is op een behoorlijk beeldscherm groot genoeg om nauwkeurig te kunnen werken.
De ondergrens is geen probleem, want die scheve dakrand moet natuurlijk weg. Maar bij het plaatsen van de linker grens heb ik ervoor gekozen om het vijftiger jaren huis met het al half doorsneden raam te laten wegvallen en daardoor valt ook het grootste deel van de lelijke nieuwbouw links van de kerk weg, terwijl de toren toch voldoende vrij blijft staan.
De rechter grens heb ik tegen de rand geschoven, maar dat is dubieus vanwege het lelijke witte vlakje in de oude fabriekshal, maar gelukkig is dat vlakje klein genoeg om niet te veel te storen. Maar als je het toch liever weg wilt hebben, is dat dus ook een zinnige keuze.
De bovenste grens kan rustig tegen de rand worden geschoven omdat er geen storende plekken zijn, maar ik heb die grens toch iets lager gekozen en dat kan ik niet beredeneren: misschien heeft die keuze te maken met een door routine verkregen gevoel voor ideale verhoudingen (de zogenaamde “gulden snede”). We noemen dat in Nederland voor het gemak maar een “kwestie van smaak” en daarover valt immers niet te twisten.
Opmerking: je kunt altijd even kijken hoe je keuze uitvalt door links op de knop Voorbeeld te klikken en als je nog niet tevreden bent, kun je het snijkader nog een beetje bijstellen.
Contrast, helderheid en kleur
Na een klik op Toepassen is dat ook weer gebeurd en blijft er eventueel nog één correctie over: een beetje Licht invullen om de pannen iets frisser te krijgen. Maar als je dat doet en met de muis het schuifje ook maar een klein beetje naar rechts trekt, wordt de foto meteen flets. Dus dat is kennelijk niet de goede benadering en dat is in dit geval ook logisch, want de foto is niet echt te donker, maar mist een beetje de “pit” die je nog in je visuele geheugen hebt bewaard – zelfs al is dat geheugen ook niet altijd betrouwbaar.
Dit probleem is alleen maar op te lossen door de foto iets meer contrast te geven en dat doe je op het paneeltje Afstellen. Maar doe dan ook iets anders: klik eens rechtsonder op het driekleurenknopje zodat een kleine grafiek (histogram) zichtbaar wordt, inclusief enkele gegevens over de gebruikte instellingen van je camera (die zijn zelden van belang, maar soms wel interessant en soms een verklaring waarom een foto onscherp is).
Opmerking: vanaf Picasa 3.6 zijn de cameragegevens en het histogram altijd zichtbaar in de lege ruimte aan de linkerkant. Zie Histogram.
Klik nu op het toverstafje naast het schuifje Accenten (“Higlights”) en kijk tegelijkertijd wat er dan in dat grafiekje gebeurd: je ziet dat dit wordt uitgerekt en dat er (nauwelijks zichtbaar) ook een kleurtje in de linker en/of rechter as omhoog is gekropen en dat is vaak net iets teveel van het goede. Trek dan het schuifje Accenten een heel klein beetje naar links en misschien ook het schuifje voor de Schaduwen. Dat zie je hieronder het toch iets frissere resultaat en dat is echt een verbetering:
Opmerking: met de knop Auto contrast kun je hetzelfde bereiken als met dat toverstafje, maar dan kun je niets meer bijstellen en is het effect vaak overdreven.
Er is geen reden om de kleuren “koeler” of “warmer” te maken (dat kan soms nodig zijn als je camera zich heeft vergist bij instelling van de zogenaamde witbalans), maar als dat nodig is, kun je dat op verschillende manier doen (die komen in een ander stukje aan de orde).
Opmerking: met de knop Auto kleur kun je hetzelfde bereiken als met het toverstafje naast het schuifje Kleur-temperatuur, maar ook dan kun je niets bijstellen. De knop “Ik doe een gok” is een automatische combinatie van alle afstellingen (contrast, helderheid en kleur) en is naar mijn ervaring vooral zinvol bij foto’s met grote afwijkingen die daarmee vaak nog net te redden zijn, bijvoorbeeld scans van oude kleurenfoto’s.
Bij al deze instellingen moet je dus wel op mijn scherm kunnen vertrouwen, want als dat te donker of te licht is heb je de neiging om te grote correcties toe te gaan passen en dat kan niet de bedoeling zijn (zie Is je scherm wel goed?).
Bovendien voorkomt het gebruik van het kleine histogram dat je teveel details in het wit en/of in het zwart laat verdwijnen, want dat kan gemakkelijk gebeuren als je alleen “op het oog” werkt. En het stoort nauwelijks, dus je kunt het aan laten staan (zie
Histogram).
Scherpte, blauwe lucht?
In feite ben je nu met deze foto klaar, maar het altijd zinvol om nog even aan twee punten aandacht te schenken: scherpte en kleur van de lucht.
Om met het laatste te beginnen: die prachtige tere tinten zijn perfect door mijn camera vastgelegd en daar kan ik niets aan verbeteren (dat mag ik zelfs niet willen). Maar het komt vaak voor dat de lucht helemaal wit is (dus eigenlijk overbelicht is) en dat is erg lelijk. Je kunt dan met Geleidelijke tint op het paneeltje Effecten een “vleugje blauw” te kiezen, waarbij je de overgang ter hoogte van de horizon plaatst. Experimenteer daar gerust maar eens mee als dat van toepassing is – het is een trucje dat vaak gunstig uitpakt en daardoor nog net toelaatbaar is.
Een andere mogelijkheid op hetzelfde paneeltje is Scherper maken. Je moet je dan bewust zijn dat je scherm maar een klein deel van de beschikbare pixels toont (op mijn scherm ongeveer 980x680) terwijl mijn bestand er na bijsnijden nog ongeveer 2500x1730 heeft.
Op mijn scherm heeft die foto ongeveer het formaat van een A4-tje en ik zou dus een afdruk op dat formaat kunnen maken met een resolutie van ruim 200 dpi (dots of pixels per inch) en die resolutie ervaart ons oog als “zeer scherp” (het scherpteverschil tussen 200 en 300 dpi is nauwelijks zichtbaar – daarom is 250 dpi de gebruikelijke afdruknorm).
Maar een gewoon scherm heeft een resolutie van minder dan 100 dpi en dat een foto er op je scherm niet zo scherp uitziet als op papier, is dus normaal en daarvoor moet je niet willen corrigeren. Maar als die onscherpte wel duidelijk zichtbaar is, moet je die foto of afkeuren of toch proberen te corrigeren. Bij deze foto is daar geen reden voor, maar als ik op die knop klik zie ik een instelbaar scherpteniveau en dat is gelukkig een grote verbetering in Picasa3 waar door velen om gevraagd is. Dus ik heb een heel subtiele verscherping ingesteld:
Dan moet je een niveau instellen dat een net zichtbare verbetering oplevert, want nog meer is al gauw onnatuurlijk. Een echt onscherpe foto door een foute instelling van je lens of door trillingen van je handen, kun je daarmee echter niet redden. Dus die moet echt weg!
Opmerking: je krijgt een realistischer indruk van de verscherping als je rechtsonder op het 1:1 knopje klikt zodat je een detail op werkelijke pixelgrootte ziet. Dan zie je ook beter dat je niet moet overdrijven.
Er zijn nog twee correcties die soms (maar toch vaker dan je denkt) nodig zijn, maar waarvoor Picasa helaas (nog) geen faciliteiten heeft - namelijk correctie voor lensvervorming (“kromme rechten”) en correctie voor perspecti-vische vertekening (“omvallende gebouwen”). Ik moet daar apart op terugkomen (zie Perspectief).
Klaar!
Dan ben ik klaar en dan is dit het resultaat: een stuk beter toch! En het kost zo weinig moeite en tijd dat je geen enkel excuus hebt om dit niet te doen - zeker niet in Picasa. Want als je je foto’s nog zelf in je eigen doka zou moeten vergroten en ontwikkelen, zou je minstens 10x zo lang met één foto bezig zijn en dat zou je dan heel normaal vinden.
Zo gaat het dus bij elke foto en steeds in dezelfde volgorde, maar altijd voorzover nodig en altijd in bescheiden mate! Het maakt voor de diavoorstelling op mijn scherm helemaal niet uit dat ik dan foto’s met wisselende verhoudingen krijg, want dat is juist afwisselend.
Bovendien zijn zulke goed gecorrigeerde foto’s de basis voor alle verdere foto-activiteiten: het maken of bestellen van afdrukken, op een cd branden voor reisgenoten, per e-mail verzenden of op het internet plaatsen en als kopiebestanden om te gaan experimenteren met allerlei bijzondere effecten of trucjes. De mogelijkheden zijn dan eindeloos.
Mocht ik straks of over 3 maanden spijt krijgen, dan kan ik die correcties allemaal weer ongedaan maken, want Picasa heeft niets aan mijn bestanden veranderd. Dat verlost mij ook van een heleboel logistieke problemen met het apart bewaren van "originele" en "bewerkte" bestanden (dat is een groot probleem in alle andere programma's). En zolang je maar niet met andere programma’s aan de originelen gaat sleutelen, breng je Picasa niet van slag.
Opmerking: de functie van de knop Bewerkte foto’s op schijf opslaan komt apart aan de orde: zie Opslaan. Hier volsta ik met het advies om die knop niet te gebruiken.
Auteur: Rinus Alewijnse
Meer over dit onderwerp
Retoucheren
Retoucheren in PicasaPicasa of Photoshop
Fotobewerking met Photoshop of PicasaRecht maken
Foto's recht maken in PicasaFoto bewerken overzicht
Foto's bewerken - artikelen over fotobewerkingRAW
RAW in Picasa 3 bewerkenFotoprogramma vergelijken
Fotobewerkingsprogramma vergelijken - Adobe Photoshop ElementsKleurtemperatuur
Kleurtemperatuur in Picasa aanpassenBijsnijden
Bijsnijden van foto´s in PicasaEffecten
Effecten in PicasaOpslaan
Opslaan in PicasaTekst toevoegen
Tekst toevoegen in PicasaUndo (ongedaan maken)
Undo (ongedaan maken) in PicasaWeergave
Weergave in Picasa