Kerkuil in schuur


Bergbeekje (korte sluitertijd)

Bergbeekje (lange sluitertijd)

Vos in avondlicht

Distelvlinder

Landkaartje

Slapend landkaartje in ochtendzon

 

Scherpstellen

Goed scherpstellen voor haarscherpe foto's

Over het feit of een foto goed belicht is, valt nog te discussiëren. Of hij scherp is of niet, is echter makkelijk te zien. Velen verlangen naar de superscherpte van paginagrote landschappen in natuurfototijdschriften of de sublieme geprojecteerde dia's van de meesters in het vak.

Je kan de schubben op vlindervleugels tellen, elk individueel haartje van een zoogdier zien en de nerfjes van de planten staan in beeld te schitteren.

Hoe komt het dat veel amateurs er niet in slagen een haarscherp beeld te maken? Laten we eerst eens nagaan wat onscherpte in een beeld kan veroorzaken:

  1. kwaliteit van de lens
  2. beweging van het onderwerp
  3. beweging van de camera
  4. diafragma en grootte van het onderwerp

1. Kwaliteit van de lens

Nogal wiedes, met een goedkope Tokinar 28 - 200 zoom van nog geen € 100 zullen je beelden minder scherp zijn dan met een Zeiss Distagon® T* 1,4/35 van €1800. En dan mag iedereen nog beweren dat je vooral voor de naam betaalt, maar die lenzen zijn ook gewoon beter hoor. In het hoofdstuk materiaal, lenzen kan je hier meer over lezen. Dus, als alle onderstaande trucjes niet werken, moet je eens denken aan een betere lens, en hoe goedkoper en hoe breder het zoombereik hoe slechter de kwaliteit is. Wat dacht je? Maar !!! Met een goede lens en slechte techniek maak je slechtere foto's dan met een slechte lens en goeie techniek. Zeker verder lezen dus.

2. Beweging van het onderwerp

Als je een foto maakt, zal de sluiter van je camera een bepaalde tijd licht doorlaten op de film. Als in die tijd het onderwerp beweegt, zal het uiteraard niet scherp op de foto staan. Je moet dus een kortere sluitertijd kiezen, zodanig dat de beweging "bevroren wordt". Vergelijk de twee beelden van een bergbeekje hiernaast met elkaar (een klassieker!). Dus, onscherp is niet altijd minder mooi. Ook in de foto "vos in avondlicht" hiernaast zit, ondanks dat de foto niet scherp is, wel iets van sfeer en beweging. Natuurlijk heb je niet steeds de mogelijkheid om een snelle sluitertijd te kiezen als dat nodig is, er moet genoeg licht zijn. Je zal dan moeten wachten op een moment dat de beweging wat stopt. Bijvoorbeeld een bloem die wat heen en weer wappert in de wind. Stel scherp op de plaats waar de bloem zich in rust zou bevinden, maak een compositie en wacht tot de wind heel eventjes stopt. En hij zal stoppen, maar het kan een kwartier duren. Op dat moment druk je af. Ook dieren stoppen meestal wel eens (klik eens met je tong of zoiets, en ze zullen misschien heel even stilstaan).

Gebruik flits

Soms blijft de beweging aanhouden, en dat kan een probleem zijn. Een mogelijke oplossing is dan een flits gebruiken. De duur van het flitslicht is meestal iets rond een duizendste van een seconde. De beweging wordt daardoor ook bevroren, want de film krijgt slechts 1/1000 ste van een seconde licht. Er is echter een zware "maar" aan verbonden. De sluiter van je camera blijft langer openstaan, tussen 1/60 (oude toestellen) en 1/500 (nieuwe en centraalsluiters). Hier worden natuurlijk de minimale synchronisatietijden bedoeld, aangeduid in de handleiding of op de sluitertijdenkeuzeknop met een bliksempje. Als je sluiter 1/60 van een seconde open blijft staan, dan komt er toch nog vrij veel zonlicht op de film en dan wordt je beeld nog eens belicht met een flits. Je krijgt een onscherp beeld met daarop een scherp beeld samen op de foto. Soms mooi, meestal niet de bedoeling. Dus een flits is niet steeds de oplossing, behalve als het echt donker is, of de beweging niet te groot.

3. Beweging van de camera

Dit hebben we dan wel weer volledig in de hand: een camera in de hand beweegt namelijk constant. Maak jezelf niks wijs. Foto's die gemaakt zijn vanuit de hand zijn zelden echt scherp, tenzij zeer snelle sluitertijden worden gebruikt. Ik weet niet wat jullie zoal doen, maar meestal schommelen mijn sluitertijden tussen een seconde en 1/125ste. Meestal onvoldoende dus. Er is een regel die zegt dat " 1/brandpuntsafstand" de maximale sluitersnelheid is waarmee je mag fotograferen, dus met een 105 mm moet het minstens 1/105 dus 1/125 ste zijn (eerstvolgende op de keuzeknop). Mijn regel is om te beginnen het dubbele (minstens 1/200 dus 1/250 op de knop) en ten tweede enkel in normale omstandigheden, dus niet in macro of tele. Mijn regel om nog beter te doen is het gebruiken van een statief. Ik heb het al genoeg gezegd, en ik ga er hier verder niet over zagen, maar koop jezelf gewoon een goed statief! En gebruik het altijd. 

4. Diafragma en grootte van het onderwerp

Het is al duidelijk geworden in voorgaande hoofdstukken: hoe kleiner je diafragma, hoe groter je scherpediepte (ter opfrissing, een klein diafragma wil zeggen een groot getal, dus f 1/22 is een kleiner diafragma dan f 1/4). De scherptediepte is een aanduiding van hoeveel van je beeld scherp zal zijn. Als je een bloem fotografeert op f 1/1.2 zal alleen een deel van die bloem scherp zijn, op f 1/22 is heel de bloem scherp, en mogelijk ook nog eens alle bloemen ervoor en erachter. Een fototoestel in automatische stand kiest meestal een groot diafragma en een snelle sluitertijd. Mensen die de P-stand kiezen werken typisch niet op statief, en dus uit de hand. Meestal fotograferen die ook gewoon ergens een gebouw of een berglandschap en alles dat ver weg is heeft geen groot diafragma nodig. Wij willen echter meer! 

A-stand

De A-stand van de meeste toestellen laat toe zelf het diafragma te kiezen. Het toestel kiest dan een geschikte sluitertijd (dit gaat automatisch, vandaar de naam) om een goede belichting te bekomen. Als je zelf je diafragma kan kiezen, bepaal je ook zelf wat scherp is in beeld en wat niet. En daar is het hem om te doen nietwaar. Kom niet af van "mijn toestel heeft een macroprogramma" enzovoort. Helaas zitten er een paar adders onder het gras. Ten eerste moet je genoeg licht hebben om een klein diafragma te kiezen. Met een statief los je de beweging van je camera alvast op. Ten tweede is de scherptediepte beperkt en zeker in macrofotografie. Je zal, tenzij via truuks die buiten het bestek van deze cursus vallen, nooit alles scherp kunnen krijgen. Een goed voorbeeld is een vlinder. Iedereen fotografeert graag vlinders. Zelden zijn de opnames echt geslaagd. Neem nu de opname van een Distelvlinder hiernaast.

Scherpte en onscherpte

Je ziet dat een deel van de vlinder wel relatief scherp is, maar de vleugel die naar hier is gericht is niet scherp. Ook de achtergrond trekt op niks. Sommigen zullen hiermee al tevreden zijn, maar mijn ambities liggen hoger. Aangezien de zone waarin alles scherp is evenwijdig ligt met de film, gaan we proberen zo'n vlinder te fotograferen evenwijdig aan de achterzijde van de camera. De distelvlinder eronder komt al iets meer in de buurt. Dezelfde truc geld voor stengels, bloemen, korstmossen,.... Als je een beperkte scherptediepte hebt plaats je je camera evenwijdig met je onderwerp. Toch zien we dat de vleugeltopjes niet scherp zijn. De vleugels liggen immers in een V-vorm, enkel het lijfje en het begin van de vleugels zijn scherp. Als je moet kiezen wat je scherp maakt, kies dan voor de ogen (een veel gebruikte regel in de portretfotografie overigens). Heel het lijf scherp maar onscherpe ogen = weg te gooien dia. Hierboven is het kopje gelukkig scherp. Op de laatste foto tenslotte is dezelfde vlinder nog aan het slapen bij het eerste ochtendzonnetje. Deze keer volledig "in het vlak" , enkel één antenne onscherp. Je kan blijkbaar niet alles willen.

Dit is trouwens de beste methode om vlinders te fotograferen: ’s morgens vroeg, vooraleer ze opgewarmd zijn. Probeer ze voor zonsopgang zeer langzaam te benaderen, stoot niet tegen de plant waar ze opzitten. Op het moment dat de zon doorbreekt druk je af. Bijkomend voordeel: ’s morgens is het de meest windstille moment van de dag.

Merk ook op dat de achtergrond mooi rustig is. Een te grote scherptediepte geeft teveel storing in de achtergrond, zoals in de eerste foto.

Scherpe opnames

Dus, wil je scherpe opnames? Dan moet je letten op de :
• kwaliteit van de lens
• snelle sluitertijd indien mogelijk
• camera, die moet op statief
• goede keuze van de scherptediepte.

Meer over dit onderwerp

Objectieven - lenzen
Objectieven - lenzen: overzicht soorten camera objectieven

Objectieven kiezen
Objectieven: camera objectieven kiezen - gratis tips

Teleobjectieven
Teleobjectieven - o.a. Canon, Nikon, Minolta, Olympus, Sigma, Tamron, Raynox.

Lenzen
Camera lenzen: kies de juiste lens voor natuurfotografie en vogelfotografie

Macrofotografie
Macrofotografie: Met macro altijd scherpe natuurfoto's!

Telewerk
Telewerk: fotograferen op afstand

Tips telewerk
Telelenzen: Tips voor mooi foto's met telelens.

Gebruik scherptediepte
Scherptediepte - een foto valt of staat met scherptediepte!

Scherpe foto's
Tips voor scherpe foto's - voorkom een onscherpe foto

Diafragma
Diafragma: uitleg diafragma bij fotocamera

S scanner -> sluitertijd
Scanner scherptediepte sluitertijd - uitleg begrippen

Autofocus
Autofocus - uitleg van autofocus