Review van de Fujifilm X10 en de Canon G15

Anno 2013 zijn er meer opties. Spiegelreflexen – ook de instapmodellen – kunnen video opnemen. Maar daarmee worden ze niet kleiner. Systeemcamera's zijn kleiner, maar goede en lichtsterke lenzen nemen nog steeds ruimte in. En dan zijn er nog de compactcamera's, die vaak prima video mogelijkheden hebben maar mijlen achterlopen wat betreft fotokwaliteit, zeker in mindere lichtomstandigheden.

 

In het bovenste segment komt daar echter wel verandering in, al blijft het gat tussen spiegelreflex en compact bestaan omdat ook de spiegelreflex beter wordt. Waar vroeger een camera als noodgreep eventueel ISO 800 aankon, is dat nu een heel gebruikelijke snelheid. En er is nog iets anders, iets wat sinds de laatste jaren weer in opmars is: de lichtsterke lens. In de begintijd van de digitale camera's werden er bij de duurdere modellen vrijwel standaard lichtsterke objectieven gemonteerd, denk bijvoorbeeld aan de eerste modellen uit de Canon G serie die een F2.0 objectief hadden, en ook de Sony F717 en F828 hadden dat. Later, wellicht doordat de sensoren beter werden, verdwenen de lichtsterke objectieven en werd F2.8 de standaard. Maar sinds een jaar of twee komen er steeds meer compacts met lenzen van F2.0 of zelfs lager. Dan wordt de vergelijking met een reflex ineens weer interessant, want de standaard kitlens begint doorgaans bij F3.5, en dat is heel wat trager dan F2.0. Wat een reflex biedt aan sensorkwaliteit wordt daarmee teniet gedaan door de relatief trage kitlens. Dat kan natuurlijk opgevangen worden door een sneller objectief, maar die zijn duur en groot.

Om terug te keren naar het voorbeeld van de dierentuin: een goede, lichtsterke compact zou dus een optie kunnen zijn. In deze review vergelijken we twee camera's die in dat segment zitten, de Fujifilm X10 en de Canon G15. De focus van de review ligt op de brede inzetbaarheid van de camera's; dus niet alleen de foto's maar ook de video's worden meegewogen.

	Fujifilm X10	Canon G15
Objectief – bereik	28-112mm equiv. (4x), handmatige zoomlens	28-140mm equiv. (5x)
Objectief – lichtsterkte	F2.0-F2.8	F1.8-F2.8
Objectief – kleinste diafragma	F11	F8
Resolutie in Megapixels	12	12
Video	1920x1080, 30fps met stereo geluid	1920x1080, 24fps met stereo geluid
LCD display resolutie	460K	920K
Afmetingen	117x70x57mm	107x76x40 mm
Gewicht	350g	352g
Prijs in Euro	Ong. 410	Ong. 480

Wanneer je puur op de tabel met specificaties afgaat, wordt gelijk duidelijk dat de G15 het bruikbaarste objectief biedt – het is niet alleen lichtsterker, maar het heeft ook een iets groter bereik. Het is echter precies het objectief dat de twee camera's mijlenver uit elkaar plaatst, en dan gaat het in het geheel niet over de lichtsterkte. De X10 heeft namelijk een manuele zoomring, die mechanisch gekoppeld is. De G15 heeft een conventionele zoomknop die elektronisch werkt. Het voordeel van het elektronische systeem (wat vrijwel elke compactcamera gebruikt) is dat je de camera met één hand kan bedienen. De mechanische zoomring van de X10 vereist het gebruik van de linkerhand, net als bij een spiegelreflex. Het geeft echter ook het superieure gevoel van een spiegelreflex, het werkt snel en precies. Bovendien voelt de lens op de X10 steviger aan dan de gemiddelde kitlens.

 

Dit gevoel van kwaliteit weet de X10 eigenlijk over de hele linie te bieden. De camera ligt solide in de hand, en alle knoppen en wieltjes zijn stevig – alleen het draaiwieltje dat om de macro- en flitsknoppen zit is wat slap.
Hoewel de G15 beslist niet slecht in elkaar is gezet, is de eerste indruk toch iets minder. Bij het aanzetten wordt de lens naar voren geschoven en dit gaat bepaald niet geruisloos, en dat geldt ook voor het in- en uitzoomen. Verder heeft de buitenkant een wat apart aanvoelende afwerking.

Kortom, de X10 nodigt uit tot gebruik en de G15 moet daarin zijn meerdere erkennen.

Een opvallend verschil tussen beide camera's is dat de X10 een metalen lensdop heeft, die eerst verwijderd moet worden. De G15 heeft een ingebouwde lensbescherming zoals de meeste compacts dat hebben. De X10 is hierin in het nadeel omdat een lensdop kwijt kan raken en de lens dan onbeschermd is.

Beide camera's hebben een vrijwel identieke set instelmogelijkheden, en bieden dat ook ongeveer op dezelfde manier aan. Belichtingscompensatie kan direct via een specifiek daarvoor aanwezige draaiknop worden ingesteld, er zijn twee wieltjes aanwezig die gebruikt kunnen worden om snel een bepaalde waarde (zoals F-Stop) te wijzigen, en zelfs de flits is op beide camera's hetzelfde uitgevoerd: een apart knopje klapt de flits naar boven.

Wanneer we alle kunstmatige geluiden op de camera's uitzetten, zoals focus bliepjes en het geluid van een opklappende spiegel bij het ontspannen, dan valt op dat de X10 muisstil is en de G15 niet bepaald. Het gaat dan om het geluid van de focus motor, en het geluid van de sluiter bij het ontspannen.

Het LCD scherm van de Canon heeft een resolutie die twee keer zo hoog is als die van de Fuji. Toch valt dat niet direct op, en lijkt het zelfs omgekeerd te zijn omdat Canon verzuimd heeft om de letters en de iconen aan te passen aan de hogere resolutie. Ze zien er dus nogal blokkerig uit en dat komt vreemd over. De hoge resolutie is wel merkbaar bij het afspelen van foto's en video's.

De G15 had wat moeite om foto's die binnen waren genomen met flits op de juiste manier weer te geven; op de computer zagen de foto's er qua kleuren anders uit dan op het schermpje. Bij de X10 was dat verschil minder.
 

Beide camera's hebben, naast een LCD scherm, ook een optische viewfinder. Die kan nuttig zijn bij fel zonlicht, of bij actiefoto's waarbij het moment van ontspannen nauw luistert (LCD schermen hebben altijd een vertraging). De optische viewfinder van de X10 is vele malen beter dan die van de G15; laatstgenoemde heeft een benauwd klein gaatje dat niet bepaald uitnodigend werkt. Voor beide geldt dat er geen informatie wordt getoond en dat bij groothoekstanden een gedeelte van de lens zichtbaar is.

De G15 heeft een aparte filmknop op de camera zitten waarmee direct een video kan worden opgenomen, ook al is de camera verder in een fotografiestand gezet. Dat kan handig zijn bij spontane momenten. De X10 heeft een reguliere filmmodus die eerst moet worden ingesteld. Beide camera's kunnen inzoomen tijdens het filmen, al kan dit bij de X10 veel sneller dan bij de G15. De reden hiervoor is dat de G15 tijdens het filmen heel langzaam zoomt om het geluid van de zoommotor te beperken in de opname. De handmatige zoomlens van de X10 heeft daar geen last van. Dit betekent dat je met de G15 soms niet in staat bent om bewegende kinderen bij te houden.

Het valt wel op dat de X10 veel autofocusgeluiden opneemt, meer dan de G15. De autofocus kan worden uitgeschakeld maar dat heeft ook nadelen wanneer het te filmen object beweegt.

Beide camera's nemen het geluid in stereo op. Het geluid van de G15 klinkt helderder en het linker- en rechterkanaal is ook sterker gescheiden (een beter stereo'gevoel'). Wat de X10 betreft leek het erop alsof het geluid bij het afspelen iets teveel naar links neigde, en dus niet goed gecentreerd was. Zowel de G15 als de X10 ontberen een mogelijkheid om een externe microfoon aan te sluiten, gezien de prijs van de camera's is dat toch wel vreemd.
 

Beide camera's hebben ook speciale opnamestanden die het mogelijk maken om heel snelle acties vertraagd af te spelen. Vooral met bepaalde sporten zoals voetbal kan dat leuk zijn. De resolutie is bij deze modi wel erg laag.

Met de standaardinstellingen zijn de foto's iets teveel verscherpt, wat een bepaalde korreligheid veroorzaakt die vooral zichtbaar is als de foto op 100% bekeken wordt op een beeldscherm. Dit is uiteraard een kwestie van smaak, en de camera's ontlopen elkaar niet bijzonder. De G15 weet over het algemeen iets meer detail te leveren, maar dat is alleen relevant bij sterke uitvergrotingen.

De X10 biedt een aantal mogelijkheden voor het fotograferen in weinig licht, waarbij de resolutie van de foto's wordt gehalveerd naar 6 Megapixels. De G15 doet wat dat betreft echter weinig onder voor de X10.
 

De lenzen op beide camera's hebben een vergelijkbaar diafragma bereik, al is de G15 met F1.8 iets lichtsterker en kan de X10 met F11 als minimum diafragma verder worden dichtgestopt. Kijken we naar het effect van het diafragma op de fotokwaliteit, dan valt in de eerste plaats op dat de X10 over het algemeen minder scherpe foto's oplevert dan de G15. Verder geldt voor beide camera's dat, naarmate het diafragma kleiner wordt, de scherpte afneemt. Hoewel de X10 diafragma's van F9 en hoger aanbiedt, is de scherpte zodanig dat het niet aan te raden is om meer dan F8 te gebruiken.

De G15 weet het beste de scherpte vast te houden bij hogere F-waarden. Opmerkelijk is dat de scherpte van de X10 bij F2.5 ongeveer gelijkwaardig is met F8 bij de G15.
Overigens biedt de G15 een zogeheten ND (Neutral Density) filter, die het binnenkomende licht met 3 stops reduceert zodat ook bij fel zonlicht er toch met lage F-waardes kan worden gefotografeerd.

 

Er is en groot verschil tussen de X10 en de G15 op het gebied van video. Op basis van de specificaties zou je zeggen dat de G15 minder is, omdat hij op 24fps filmt in plaats van 30fps. Maar dat is dan ook gelijk het enige positieve wat gemeld kan worden over de X10. Waar het precies aan ligt is niet helemaal duidelijk, maar de X10 haalt bij lange na niet het oplossend vermogen van 1920x1080. Ook worden de video's fors gecomprimeerd wat de beeldkwaliteit niet ten goede komt. De G15 biedt een uitstekende scherpte en zelfs wanneer er voor 1280x720 wordt gekozen (in deze stand kan de G15 wél in 30fps filmen) is de beeldkwaliteit nog steeds hoger dan de 1920x1080 stand van de X10. Het enige nadeel is wel dat de G15 enorme videobestanden genereert. De volgende tabel maakt het verschil duidelijk:

 

	X10	G15
Bitrate 1920x1080	1,8 Megabyte per seconde	4,3 Megabyte per seconde
Bitrate 1280x720	1,4 Megabyte per seconde	3,1 Megabyte per seconde

 

Beide camera's hebben een macrostand; de X10 zelfs twee. Hoewel de X10 een supermacrostand biedt, die vanaf 1 cm kan scherpstellen, is de G15 de winnaar. Want de gewone macrostand van de G15 kan dat namelijk ook, maar de G15 kan meer dan dat. Want de supermacrostand van de X10 werkt alleen in groothoekstand, op 28mm equivalent. Wanneer je geinteresseerd bent in het fotograferen van insecten, wil je graag wat afstand bewaren om het insect niet te verstoren. Je hebt dan weinig aan het feit dat je vanaf 1 cm kan focussen, want als je zo dichtbij komt is het beestje verdwenen. De G15 kan bijvoorbeeld op 11 cm afstand focussen wanneer hij ingezoomd is tot 97 mm equivalent. De camera geeft ook zelf aan wat de minimale scherpstelafstand is, en dat is erg nuttige informatie.

Beide camera's werken met een eigen type accu, waarbij de G15 aanmerkelijk langer met een lading doet dan de X10. Volgens de officiele cijfers gaat de accu van de X10 270 opnames mee, en die van de G15 350.
De lader van de X10 is handiger, omdat die direct in het stopcontact kan worden gestoken. De lader van de G15 heeft een snoer.
Verder wordt met beide camera's een draagriem meegeleverd.

De Fuji bevat een klein beetje ingebouwd opslaggeheugen, genoeg voor een paar foto's of enkele seconden video. De Canon heeft dat niet.

Wat is de beste allround camera? Wanneer allround betekent: goed in foto en video, dan is de Canon G15 zonder meer de winnaar. Maar wanneer video niet zo belangrijk is, dan kan de handmatig te bedienen zoomlens van de X10 een belangrijk aankoopargument zijn.
Over het algemeen nodigt de X10 meer uit tot fotograferen, en biedt de G15 betere resultaten. 

Meer informatie over de besproken camera's is te vinden op de productpagina's van de Fujifilm X10 en de Canon G15.